Deze website gebruikt cookies om uw surfervaring makkelijker te maken. 
Lees meer →

België vraagt identificatie in UBO-register tegen 31/03/2019

1. UBO-register: grondslagen en beginselen

De wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (hierna de “Wet”) voorziet in het invoeren van een register van uiteindelijke begunstigden in België (in het Engels ‘UBO’ genoemd, dat staat voor ‘Ultimate Beneficial Owner’; hierna het “UBO-register”). 

De Wet zet de Europese Richtlijn 2015/849 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (de “4de Richtlijn AML”) om, op grond waarvan de lidstaten verplicht zijn om wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen te nemen opdat:

  1. binnen hun grondgebied opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten toereikende, accurate en actuele informatie over hun uiteindelijke begunstigden inwinnen en bijhouden, waaronder detailgegevens over de door de uiteindelijke begunstigden gehouden economische belangen;
  2. er een centraal register met informatie over de uiteindelijke begunstigden van die entiteiten zou zijn om de toegang tot die informatie te vereenvoudigen.

De Wet voorziet aldus in de verplichting (1) voor vennootschappen, (internationale) vzw’s en stichtingen om toereikende, accurate en actuele informatie over hun uiteindelijke begunstigden in te winnen en bij te houden en (2) voor bestuurders om binnen de maand gegevens over de uiteindelijke begunstigden elektronisch naar het UBO-register te sturen .

 

2. Uiteindelijke begunstigde: over wie gaat het?

De Wet somt verschillende categorieën van uiteindelijke begunstigden op volgens de juridische entiteit waaraan ze verbonden zijn.  In de Wet wordt een onderscheid gemaakt tussen drie soorten juridische entiteiten, namelijk vennootschappen, (internationale) vzw’s en stichtingen en trusts en andere juridische entiteiten die vergelijkbaar zijn met trusts. 

Worden beschouwd als uiteindelijke begunstigden in het geval van (internationale) vzw’s en stichtingen:

  1. de leden van de raad van bestuur;
  2. de personen die gemachtigd zijn de vereniging te vertegenwoordigen;
  3. de personen belast met het dagelijks bestuur van de (internationale) vereniging of stichting;
  4. de stichters van een stichting;
  5. de natuurlijke personen of, wanneer deze personen nog niet werden aangeduid, de categorie van natuurlijke personen in wier hoofdzakelijk belang de (internationale) vereniging zonder winstoogmerk of stichting werd opgericht of werkzaam is;
  6. elke andere natuurlijke persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de (internationale) vereniging of stichting uitoefent.

Verdere info is terug te vinden op de website van de federale overheid.

← Naar overzicht